Cellcius stopt bedrijfsactiviteiten

Cellcius, een spin-off van TNO en TU Eindhoven, wordt per 1 maart beëindigd. Op dit moment is de warmtebatterijtechnologie die Cellcius ontwikkelde, niet efficiënt genoeg voor een haalbare economische business case binnen de huidige markt.

Warmtebatterij
De warmtebatterij op basis van zout en water is een vorm van thermochemische energieopslag. Deze technologie maakt het mogelijk om warmte op te slaan in zout en die vervolgens via een thermochemische reactie weer vrij te maken. Het is daarmee in potentie een zeer belangrijke technologie voor de energietransitie. Opslag is daarnaast een essentiële schakel in de energietransitie met de nog decennia voortdurende onbalans in vraag en aanbod.

Business case
Het is uitdagend om dat proces op een rendabele manier in de praktijk toe te passen op grote schaal, zoals in straten en wijken. De afgelopen jaren is er door Cellcius onderzoek gedaan om een financieel haalbare business case voor de warmtebatterij te vinden met voldoende marktomvang. Ondanks dat de techniek uitstekend werkt, is de conclusie dat er op korte termijn geen product op de markt kan worden gebracht dat efficiënter en goedkoper is dan de huidige marktalternatieven. Vanwege het ontbreken van dit commercieel perspectief heeft Cellcius in overleg met haar aandeelhouders besloten om de bedrijfsactiviteiten te staken. De afgelopen maand is Cellcius succesvol in gesprek gegaan met subsidieverstrekkers en schuldeisers om tot een overeenstemming te komen over uitstaande leningen en alle zaken af te handelen.

Enorm dankbaar
Cellcius-CEO Mascha Sanders: “Na jaren van hard en enthousiast werken aan de warmtebatterij hebben we helaas de conclusie moeten trekken dat de technologie momenteel onvoldoende gecommercialiseerd kan worden. We betreuren dit ten zeerste. Niet alleen voor onszelf, maar vooral ook voor de vele partijen en personen die hun steun en medewerking hebben gegeven aan ons en de ontwikkeling van onze warmtebatterij-technologie. We zijn iedereen enorm dankbaar voor het gestelde vertrouwen en voor de samenwerking.”